1. In veel oude culturen, was de machtigste god vaak een deel van de zon. Zo was in Egypte de zonnegod Amon-Re een van de belangrijkste goden. Bij de Noren was de zonnegodin Sól een van de belangrijkste goden en bij de Inca’s was de zonnegod Inti zeer belangrijk.

Leg uit waarom alle belangrijke goden bij de zon horen.

Omdat de zon voor alle culturen de bron van het leven was. Het was ook een zegen van god dat er licht en warmte was. De zon was hét wonder.

 

2. De Romeinen vonden de Egyptische kunst maar niets. Zij vonden dat de Egyptenaren achter liepen in technieken en die tradities sloegen helemaal nergens op!

 

A. Zoek een plaatje van een Egyptische muurschildering en noteer drie kenmerken.

1. Er is duidelijk te zien wie er belangrijker waren.

2. Er worden niet veel kleuren gebruikt en ook geen felle kleuren (alles in 2D).

3. Er staan allemaal tekens op.

 

B. Zoek een plaatje van een Romeinse muurschildering en noteer drie kenmerken.

1. Er werd met schaduwen gewerkt (3D).

2. Het is realistisch geschilderd.

3. Er zitten op de achtergrond nog veel boodschappen/details in verwerkt.

 

C. Leg aan de hand van die kenmerken uit waarom de Romeinen de Egyptische kunst niets vonden.

Er was niet realistisch geschilderd en je zag ook geen emoties. Ook is er in de Egyptische tekening tekst verwerkt en dat is helemaal niet nodig, als je het ook op een andere manier kan laten zien.