1. Leg uit waarom samenwerking essentieel was voor goede landbouw.

Omdat ze heel veel moestten onderhouden en ze verdeelden de taken om deze dingen te doen.

B. Leg uit hoe de samenwerking heeft kunnen leiden tot de verdeling van macht tussen de Egyptenaren.

De grootte van de taken kan zorgen voor de grootte van de macht. Als iemand een grotere taak had kon diegene ook meer bepalen.

Leg uit waarom een goed leger essentieel was voor de farao.

Omdat ze nieuw land moestten veroveren en zich ook moestten kunnen verdedigen. Anders werd het veroverd en had de farao daar geen macht meer.

 

2. Leg uit waarom de groei van het Egyptische Rijk er voor zorgde, dat de farao steeds meer mensen in dienst moest nemen

Omdat het steeds groter werd en er daardoor ook meer taken kwamen.

 

3. Noteer één reden waarom het voor de farao makkelijk was om belasting te heffen over de boeren.

Omdat de farao ze kon betalen met land dat voor hem werd veroverd.

 

4. Lees de volgende stelling:

‘Zonder de hiërogliefen, zouden wij vandaag de dag weinig weten over het Egyptische rijk.’

 

Geef één argument voor en één argument tegen deze stelling.

Tip: gebruik paragraaf 2.1

Voor: Omdat we wel weten dat ze een soor geheimtaal hadden.

Tegen: Omdat we hiërogliefen nog steeds niet goed begrijpen.

 

5. Noteer drie situaties waarin de farao zijn leger moest gebruiken.

Het veroveren van land, het verdedigen van land, om de onderdanen in bedwang te houden.

 

6. Noteer één voordeel en één nadeel van het houden van krijgsgevangenen.

Voordeel: Het land werd rijker door de slavenhandel.

Nadeel: Ze konden een opstand vormen.

 

7. Leg uit wie de twee machtigste groepen ‘mensen’ waren in het oude Egypte.

De farao's, want die hadden de macht.

De ambtenaren en priesters konden de farao's helpen met het besturen van het land.